dinsdag 30 november 2010

Kind


Onze dochter
Ik wens dat alles goed zal komen met onze dochter, dat ze gelukkig wordt, dat ze nooit zal verdwalen.
Ik hoop dat ze wordt als ons, dat ze denkt als ons, want wij weten wat goed voor haar is.
Natuurlijk hebben ook wij fouten gemaakt in ons verleden, maar wij hebben er van geleerd en denken nu te weten wat de beste weg is die onze dochter moet bewandelen zodat ze niet in een valkuil valt en ongelukkig wordt, of teleurgesteld in een man of in het leven.
We weten dat ze nu volwassen is en een eigen leven heeft, toch valt het ons zwaar om haar los te laten en haar, haar eigen fouten te laten maken.
Want wij weten dat mensen door fouten leren en wijzer worden.
Ook wij zijn door fouten wijzer geworden.
En toch blijft steeds die drang om haar voor fouten te behoeden ook al weten wij dat het goed kan zijn, ondanks het verdriet en de pijn die sommige dingen kunnen veroorzaken.
En toch moeten wij ook leren om naar onze dochter zelf te kijken, het is niet genoeg om alleen maar te zeggen wat ze wel en niet moet doen, tenslotte is ze nu een volwassen vrouw die op eigen benen staat en zelf haar weg moet vinden in het leven.
En waarom zeggen we die dingen tegen haar en waarom willen we haar voor fouten behoeden?
Omdat we van haar houden?
Omdat ze onze dochter is?
Het zou alleen om houden van moeten gaan en houden van is ook loslaten.
Natuurlijk kunnen we zeggen; ach kind, we zijn het niet overal mee eens en soms denken we dat we het beter weten dan jij en we hopen dat je soms naar ons wilt luisteren, maar ook al doe je het niet en je gaat je eigen weg, we houden van je!
Al ga je naar het einde van de wereld, raak je in de diepste duisternis en maak je fout na fout, vergeet nooit dat we van je houden.
Het enige wat we zouden voelen is de pijn als het slecht met je gaat.
En als we nu naar je leven kijken dan zien we dingen waar we het niet altijd mee eens zijn en wij zouden andere beslissingen nemen dan jij nu neemt.
Maar ook beseffen wij, dat jij er ooit alleen voor zal staan als wij er niet meer zijn en tot die tijd willen je maar één ding meegeven en dat is het gevoel dat we er voor je zijn ondanks alles en dat je beseft dat we dingen zeggen tegen je voor je eigen bestwil, althans dat is onze mening, het is aan jou wat je ermee doet.
En we hopen dat je ook van ons zal houden ondanks alles, ondanks dat we ook jou soms pijn doen als we je het gevoel geven dat we je niet begrijpen.
Dat we boos op je zijn als je niet wilt luisteren.
Teleurgesteld en bijna verbitterd.
Iets in ons zou moeten veranderen en dat is het besef dat het om houden van gaat.
Het is moeilijker voor ons om een arm om je heen te leggen dan je te zeggen wat je doen en laten moet.
Het is moeilijker om te zeggen, ik hou van je, dan je op je fouten te wijzen.
Of, wat is er lieverd?
Hoe voel je, je vandaag?
Kan ik je ergens mee helpen?
Iemand veroordelen is makkelijker dan iemand vergeven.
Dochter

Wie ben ik?
Wat denk ik?
Wat voel ik?
Wat wil ik?

Ik was ooit jullie kleine dochter, maar ben nu groot.
Ik ga mijn eigen weg en neem mijn eigen beslissingen.
Bijna niemand weet wat er in me om gaat, ook jullie niet.
We praten niet over dingen die dieper gaan dan de oppervlakte.
Het is moeilijk om te zeggen; ik ken jou, of ik ken jullie.
Onze diepe gevoelens houden we verborgen voor elkaar.
Wie kent mijn angsten en wie kent die van jullie?
Velen zoeken naar de juiste weg om te bewandelen en maar weinig hebben die gevonden.
Ook ik probeer de juiste weg te bewandelen ondanks dat ik soms struikel en verkeerde beslissingen neem.
Maar het zijn mijn beslissingen en mijn wonden als ik val.
Maar ik leer ervan net als ieder ander die omkijkt en denkt, de volgende keer doe ik het anders en beter.
Kijk naar mijn hart en probeer te ontdekken wie ik werkelijk ben.
Oordeel mij om mijn persoonlijkheid en niet om mijn daden.
Want wie is de man of vrouw die geen fouten in het leven maakt?
Wie is de moeder of de vader die geen fouten maakt ?
Nooit heb ik één ontmoet.
Ik moet dit leven leven, ik moet mijn eigen weg vinden.
Ik vraag niet veel van jullie, misschien alleen dit, hou van mij om wie ik ben.
Ondanks het feit dat jullie het niet altijd eens met mij zijn.
Ik zeg jullie ook niet hoe jullie moeten leven.
Toch kunnen we van elkaar leren, maar zonder dwang.



Ik zoek, ik zocht, ik vond en verloor.
Ik zocht waar ieder mens naar op zoek is, naar liefde, begrip naar warmte en meer diepte.
Naar de betekenis van dit leven en de betekenis van liefde.
Ik zocht het in boeken in mensen en in een man.
En ik vond wat er op leek en dacht dit moet het zijn.
Toch was het verwarrend en moeilijker dan ik dacht.
Er waren dagen dat ik de grip op alles weer verloor.
Toch was er een glimp van echte liefde.
En er waren dagen dat ik bijna ontdekte waar het in het leven echt omging.
En nog steeds heb ik de hoop niet opgeven.
Toch zijn er mensen die zeggen dat ik het op de verkeerde plekken zoek.
Bij verkeerde mensen zoek.
Maar ik zoek het op mijn eigen weg die ik bewandel.
Net als ieder ander die op zoek is naar dat wat hij of zij nog mist.
En de mensen die zeggen dat ik het niet goed doe, kunnen mij de weg niet wijzen.
Want ergens op hun eigen weg zijn ze zelf verdwaald.
En een verdwaalde is een slechte gids.
Maar ook al zou ik ook verdwalen, verdwalen in mijn hoofd, toch wil ik mijn eigen weg gaan, zoals ieder zijn eigen weg gaat.
Maar ik hoop, dat iemand zegt; dwaal maar, zoek maar en ik hoop dat je het zult vinden wat je zoekt.
En weet en besef dat ik er voor je zal zijn en dat er een weg terug is als je verdwaald bent.
Een weg terug naar huis.
En ook al zal je teleurgesteld worden en wordt je hart vervuld met pijn, ik zal er zijn om je te troosten.
Ik zal niet zeggen, zie je wel dat ik gelijk had?
Maar zeggen, ik hoop dat je ervan geleerd hebt.
Ik zal je niet oordelen, maar ik zal voor je hopen dat het goed komt, omdat ik van je hou.
Er is niet veel wat een mens kan geven in het leven aan een ander, alleen maar hoop en liefde.
Toch is alleen de liefde maar zichtbaar, want de hoop zit in de geest.
Hoop voor me en heb me lief.
Laat me zoeken en laat me dwalen.
En laat me niet denken dat ik verloren ben.
En ik hoop dat jullie aan het einde van de weg kunnen zeggen, onderweg zijn we soms verdwaald en hebben niet alles goed gedaan.
Maar ondanks alles hebben we vast gehouden aan de liefde en de hoop op beter.
En dat hebben we ook een ander geleerd, te hopen voor een ander en niet te oordelen.
En dat iedereen in het leven zijn eigen obstakels moet nemen, net als wij deden.
En dat wij er altijd waren voor onze kinderen ondanks alles.
En dat is de hoop de we meenemen en de hoop die we hebben gegeven.
We hebben ons best gedaan en meer konden we niet doen.
We hebben het beste voor je gehoopt.
Omdat we van je houden.

dinsdag 16 november 2010

Het verleden


Ooit een deel, een deel van iets.
Verstrooid, verward en onbegrepen.
Genomen en weggeworpen.
Getracht , maar gefaald.
Mijn jonge dagen vervlogen als de wind.
Snakkend naar wat licht in duistere dagen.
Druk weg en vergeet wat achter je ligt.
Wat heeft het toch met mij gedaan?
Ziet een volwassen mens wat er leeft in een kinderhart ?
Gevormd heeft het mij tot wat ik nu ben.
Zal ik dankbaar zijn?
Wetende wat ik nu weet.
Voelende wat ik nu voel.
Wie heeft  ooit gezien wat het met mij deed?
Onschuldig is de schuldige.
Vergeet maar en druk weg.
Ren en kijk niet om.
Een zoon van, een zoon van wie?
Een broer van, een broer van wie?
Ooit een deel, een deel van iets wat ik niet kan benoemen.
Verdwenen in het niets.
Vergeten, maar vergeten doet men niet.
Verloren en gevonden.
Gevonden en weggeworpen.
Maar is er iets om op te eisen?
Het verleden ligt achter ons.
Het verleden liet zijn sporen na.
Wie ziet het?
Wie zag het?
Wie heeft het ooit geweten?
Wie heeft het ooit begrepen?
Ik was, maar ben nu ik.
Net als jij, als wij,  gekend maar niet gekend.
Bestaan, maar als nooit bestaan.
Waar hecht een mens toch waarde aan?
Aan een huis, aan warmte, aan liefde, een veilige plek?
Aan een eigen wereld waarin je overleven kan?
We laten gaan wat allang verdwenen was.
We houden vast wat ongrijpbaar is.
We gaan niet dieper dan de oppervlakte.
We gaan niet verder dan het begin.
Ik spreek in raadsels, maar ontbloot mijn hart.
De naakte waarheid, de bedekte leugen.
Maar ik ben nu ik.
Niets meer en niets minder.

maandag 15 november 2010

Volmaakte liefde


Wat is goed en wat is de volmaakte liefde?
Mensen hopen dat ze geluk zullen vinden in het paradijs en volmaakte liefde.
Dat er geen verdriet en pijn meer zal zijn.
Maar ik zie soms de volmaakte liefde in de pijn.
In een schreeuw van verdriet.
In een gezicht vol met tranen.
In wanhoop
In een gebroken hart.
En ik vind geluk in de strijd.
Er zal nooit licht zonder schaduw zijn.
Er zal nooit liefde zonder pijn zijn.
Geen goed zonder kwaad.
Het kwade maakt het goede volmaakter.
Het goede doet ons het kwade kennen.

Wie alleen het kwade kent heeft geen besef van het goede.
Het kwade zal voor hem het goede zijn.
Wie alleen in duisternis leeft heeft geen besef van het licht.
De diepste duisternis zal het lichtste voor hem zijn.

Niets is zinlozer dan de volmaaktheid.
Dit is wat het is bij gebrek aan beter.
Ja dit is het dan.

Alles is onvolmaakt en volmaaktheid zal nooit bestaan.
Gebrekkig is onze liefde.
De zon geeft ons licht en warmte en brengt verderf.
Een nieuw leven een wonder.
Mooier dan mooi zijn de ogen van een baby.
Rein en puur, maar zijn einde is verderfelijk.
De worm dringt binnen en de kilte omringd zijn rottende lichaam.
Blijdschap veranderd in rouw.
Verward blijft men achter.
Men weet niet waarom en een antwoord klinkt er niet uit de hemel.
Wat bleef was de hoop, de onvolmaakte hoop op beter.

Hoe zou het zijn?


Hoe zou het zijn?
Hoe zou echte liefde zijn?
Is het als, ik zie je, ik luister naar je, ik hoor je stem, maar ik draai me om en ga mijn eigen weg.
Ik hoef datgene niet wat je voor me hebt bereid.
Niet die dingen die me gelukkig kunnen maken.
Is een eenvoudig leven teveel gevraagd?
Dagen van rust en geluk.
Niets moeten.
Genieten van een klein ogenblik.
En aan het einde verzadigt van het leven zijn.
Van het is genoeg geweest.
Het was goedzo.
Het was fijn.
Het was bijna volmaakt.
Ach, maak me nog eens wakker voor een andere ronde misschien.
Maar laat me dan beseffen dat ik het ben.
Zo niet laat me dan maar slapen.
Of wordt ik gestraft omdat ik niets van je wil?
Is het verloop van mijn leven reeds bekend?
Staat het gene wat er komt na de dood al vast?
Waarom is mij niets gevraagd?
Al besef ik wat ik moet, al weet ik wat mijn geweten van mij verlangt.
Om besef heb ik niet gevraagd, en een geweten is mij opgedrongen.
Vervloekt is deze wereld, vervloekt ben ik door de zonde van een mens.
Gedood zijn al mijn voorgangers.
De mens die beter zou moeten weten faalde.
Hoe meer ik mij verhef, des te harder wordt ik neergeslagen.
Mijn stem wordt ongeldig verklaard.
Zal ik maar doen alsof het me niets doet?
Maar het verscheurd me van binnen.
Ik voel me alleen, eenzaam en verward.
Alles wat ik niet vraag is nog teveel gevraagd.
De eenvoud die ik zoek lijkt moeilijker te zijn dan het moeilijkste dat er is.
Of ben ik  verdwaald?
Verdwaald in mijn gedachten?
Verblind door de dingen die ik niet zie?
Gevoelloos geworden door de dingen die ik niet voel?
Ben ik verdoofd door de pijn van de liefde die geen liefde is?
Zie, een jongen is geboren en wat oud is dat sterft en heeft afgedaan.
Een eeuwige cyclus.
In de lente ontspruit het frisse gewas en in de herfst verliest het haar schoonheid en sterft.
Bij de mens is het niet veel anders dan bij het gewas, maar het gewas kent zijn tijd, want die staat vast.
Misschien wordt alles ooit eens anders en krijgen anderen betere kansen.
En ervaren ze de iet wat volmaaktere liefde van de onvolmaakte mens.

woensdag 10 november 2010

De mens deel 2




Wij zijn mensen, maar wat is een mens eigenlijk?
Eén  ding is zeker, we zijn een product van de natuur.
Maar zijn we  intelligente dieren, of een ander soort wezen die je geen dier kan noemen?
Volgens de evolutieleer stammen we allen van het zelfde af, alleen zijn we allemaal anders geëvolueerd, “dat geldt voor planten en dieren’.
We hebben het dus over planeten en dieren, de mens komt daarin niet voor.
Dus kunnen we zeggen dat de mens dierlijk is.
We noemen onszelf ook wel intelligente wezens.
Onze intelligentie en geweten scheiden ons in zekere zin van de dieren.
Verder bezit de mens zeer complexe emotionele gevoelens, zoals haat, liefde, verdriet, angst, hoop, geloof, bitterheid, wraakgevoelens, moed, depressies en er zijn er nog veel meer zowel goede als slechte emoties en gevoelens, “maar wat is goed of slecht?’’.
Een mens heeft niet voor niets zulke emoties en gevoelens, toch?
Toch is dit niet zo eenvoudig te beantwoorden als het lijkt.
Sommige emoties zijn we liever kwijt dan rijk en toch zijn we er mee opgescheept, “door?”.
Ja door wie of wat eigenlijk?
Heeft de natuur onze deze emoties gegeven?
Of zijn ze ontstaan in miljoenen jaren van evolutie?
Maar aangezien we een product van de natuur zijn zouden we kunnen zeggen dat de natuur ons deze richting heeft opgedrukt.
Ik heb mijzelf niet gemaakt, ik heb niet bedacht hoe ik zou moeten voelen of denken.
Ik heb niet gevraagd om te zijn wat ik nu ben of om wat ik zal worden.
Net zo min heeft een dier dat of een boom of wat dan ook op deze planeet en dan hebben we het nog niet eens over het universum en hoe dat allemaal is ontstaan.
Nu kunnen we er bij stil gaan staan hoe wonderbaarlijk we in elkaar zitten en hoe goed alles in de natuur functioneert en bedenken hoe intelligent de natuur wel niet moet zijn om iets te maken zoals als ons, maar dat alles valt nog te bezien.
Verder zullen we er ons bij neer moeten leggen dat we niet alles verklaren kunnen en dat zelfs de wetenschap op de meeste dingen geen antwoord weet.
Nu doet de wetenschap oneindige pogingen om te ontdekken hoe alles is ontstaan, maar zij zullen daar nooit achter komen omdat het ons besef te boven gaat en het wetenschappelijk en verstandelijk niet te beredeneren valt.
Laat ik eens wat zinspelingen doen om het te verduidelijken.
Er is iets, dus er moet altijd al iets geweest zijn, tenzij iets uit het niets ontstaat.
Maar als iets uit het niets ontstaan is, dan moet ook niets iets zijn geweest.
Waar is het niets uit voortgekomen?
Er is iets dus er zal altijd iets zijn, tenzij het gene wat nu is in het niets verdwijnt.
Sommige mensen geloven in een god, waar is deze god vandaan gekomen?
Of was er altijd al een god?
Als we naar de sterrenhemel kijken denken wat zal er achter zitten?
Is het oneindig?
Wat is oneindig of wat is de eeuwigheid?

Er zijn wetenschappers bezig met een deeltjesversneller om de oerknal na te bootsen, ze laten deeltjes op elkaar botsen om zo meer inzicht te krijgen in het ontstaan van het universum.
Persoonlijk zou ik het interessanter vinden als ze zouden uitzoeken waar die deeltjes vandaan zijn gekomen die de veroorzaker zijn van dit alles.
Deze wetenschappers  gaan er dus vanuit dat er al deeltjes waren voor de oerknal, dat betekend dus dat er al iets was voor de oerknal.
Maar laten we het simpel houden, toch zou het er op neer komen dat er iets in zekere zin uit het niets moet zijn gekomen, wat in principe ,” nee”, wat al totaal ondenkbaar voor een mens is
Geen levend mens zal ooit deze vragen kunnen beantwoorden.
Toch als je aan een gelovige zou vragen en met gelovige bedoel ik een Christen een Jood of Moslim, dan zou hij of zij antwoorden: God heeft dit allemaal gemaakt, de natuur de mens de dieren en het universum.
Toch komen we dan weer terug bij de vraag, wie heeft God dan gemaakt?
Of hoe is God ontstaan, of was hij er altijd al?
En waarom heeft hij het universum en ons gemaakt?
En met welk doel?
Nu weet ik zeker dat sommige gelovigen mij daar wel een antwoord op kunnen geven.
Over ons ontstaan verschillen de meningen niet zo zeer als je een Jood, Moslim of Christen vraagt, immers hun bron is hetzelfde in zekere zin.
De christen gebruiken zowel de Thora van de Joden als het nieuwstestament en de islamieten gebruiken de Koran de Thora en zelfs het nieuwstestament om hun standpunten te verduidelijken.
Al hebben de islamieten alles gebundeld in de koran en er een eigen versie van gemaakt.
De Jood gelooft alles wat in de Thora staat en de christen gelooft alles wat er in de Thora staat en het nieuwstestament, ook wel Bijbel genoemd.
De moslim gelooft alles wat er in de Koran staat, al is de koran een soort bundeling van bestaande oude Bijbelse geschriften.
Deze boeken zijn door mensen geschreven al dan niet gedicteerd door een engel zoals bij Mohammed het geval was of geestelijk geïnspireerd zoals bij het nieuwstestament of door koningen en profeten zoals  het bij de Joden het geval was.
De Boeken zijn door mensenhanden geschreven en maar weinig gelovigen zullen dat tegenspreken.
Aan deze boeken wordt een god gekoppeld en weer zien we veel overeenkomsten tussen de drie religies die ik opnoemde.
Toch zal een Jood nooit zeggen tegen een moslim, jullie God is onze god , of anders om.
De christen zeggen wel tegen de Joden, jullie god is onze god.
Nu zeggen de christen over het algemeen niet snel tegen een moslim jullie god is onze god, maar het komt wel voor “en steeds vaker”, met name omdat de moslims nogal voor wat verwarring  zorgen omtrent hun god en over wie of wat hij is.
Toch komen al deze verwarringen en overtuigingen uit een boek,
En alle handelingen, overtuigingen, regels en wetten die de gelovigen hanteren komen uit een boek.
Nu zijn er wel veel stromingen ontstaan, omdat sommige gelovigen schijnbaar de geschreven woorden anders interpreteren dan andere gelovigen.
De één neemt alles letterlijk of verstandelijk en de ander benaderd het op een soort geestelijke manier.
Toch is het enige tastbare een boek, een soort god van papier en letters een god die uit woorden bestaat.
De één gebruikt die woorden en dat boek en de ander andere woorden en een ander boek
Met andere woorden het is schijnbaar de enige weg die een gelovige kan bewandelen om zijn geloof vorm te geven, door woorden en verhalen die geschreven zijn door een mens.
En de hoorder moet die woorden geloven en dan is er een religie ontstaan.
Wie is Allah? Lees de koran.
Wie is Jahweh? Lees de Thora.
Wie is God of Christus? Lees het nieuwstestament.
Of lees ze allemaal en zoek de beste god uit zou ik zeggen.
Nu is het belangrijkste gebod van alle 3 religies,  er is maar één God en God is één.
Ik kan me voorstellen dan er een innerlijke en zelfs een uiterlijke strijd zal zijn om die drie goden.
Tenzij er een dag komt dat iemand die 3 goden tot één zal willen smeden, maar dan zal er een nieuw boek moeten komen.
Maar het is en blijft een boek vol met woorden en het komt er op neer, geloof je het of geloof je het niet?
Misschien draait alles om woorden en is dat het wat ons het meest onderscheid van wat wij dieren noemen.
Woorden met gevoel en emotie, woorden vol met overtuigingskracht, woorden vol zwakte, nietszeggende woorden, woorden zonder betekenis, woorden van wijsheid, simpele woorden, moeilijke woorden, woorden die een verhaal vormen.
Ook je gedachten bestaan alleen maar uit woorden.
Je denkwijze bepaalt mede wie je bent als mens.
Als een mens anders over bepaalde zaken gaat denken kan dat in zekere zin een deel van zijn persoonlijkheid veranderen.
Alles wat een mens bedenkt komt voort uit zijn gedachten.
Toch zijn er niet veel mensen met unieke gedachten, de meeste mensen denken zoals anderen doen.
Je kan zeggen dat de mens in zekere zin een universeel denkpatroon bezit, al zullen bepaalde emoties een afwijking in dat patroon laten zien.
Er zijn mensen die niet of nauwelijks voor zichzelf kunnen denken, en laten gedachten en meningen aan anderen over en nemen die gedachten dan over.
Zo is het in zekere zin ook met religies, de meeste mensen nemen alles van een ander aan, bijvoorbeeld van de voorganger ,rabbi, of Iman.
De kleine groep die voor zichzelf denkt komt vaak in conflict met de grote groep.
Sommigen van die kleine groep worden radicaal en anderen trekken zich terug uit de grote groep.
Dit kun je ook aanhalen als je het over de wetenschap hebt, de één neemt alles maar klakkeloos aan en de ander probeert zijn eigen mening te vormen.
Ook de wetenschap is een soort religie en kom het vaak op geloof aan.
Wetenschappers kunnen vaak vol overtuiging iets beweren, maar een echt bewijs hebben ze niet.
Met andere woorden dat soort wetenschappers hebben een soort geloof, “op zijn minst geloven ze in zichzelf”.
Toch moeten we wetenschap en de technologie niet met elkaar verwarren, de techniek staat los van wetenschappelijke theorieën en beweringen.
Al laat de techniek ons geloven dat de mens heel slim moet zijn.
Maar wat is slim of wijs?
Als we naar de vruchten kijken van de techniek dan is niet alles even positief, de techniek maakt de mens steeds afhankelijker en dommer.
De techniek laat de mens steeds minder nadenken.
Neem bijvoorbeeld de televisie, de televisie zend duizenden gedachtestromen uit en veel mensen worden daardoor op andere gedachten gebracht, met het gevolg dat, persoonlijkheden veranderen.
En er ontstaat een soort van nieuw denken door de televisie, sommige mensen noemen het, het moderne denken.
Toch moeten we niet blij zijn met het moderne denken, want het moderne denken brengt ons meer leegte dan ooit tevoren.
Het denken wordt steeds oppervlakkiger en bij sommige mensen is het denken totaal gestopt lijkt het wel. 
Zulke mensen leven gewoon hun leven en dat is het dan.
Maar goed, als die mensen daar gelukkig mee zijn dan is er niets mis mee, want wie kent de zin van het leven en wie heeft het bij het rechte eind?
Gelovigen denken ook dat ze het bij het rechte eind hebben en dat hun overtuiging de enige echte waarheid is en dat hun boek die daaraan gekoppeld is, de enige waarheid is.
Want zo zegt men, zo staat het geschreven en omdat het zo geschreven is, is het de waarheid.
Als men vragen heeft, dan verwijst de gelovige ons naar een boek, dat kan de koran zijn of de bijbel of welk ander boek dan ook dat aan een geloof gekoppeld is.
Het lijkt er bijna op dat er zonder een boek geen religie kan bestaan.
Maar wat is een boek?
Een boek is het geschreven woord voortgekomen uit de gedachten van een mens.
Zou dan ook het geloof zijn voortgekomen uit de gedachten van een mens en was er een mens die ons kon overtuigen van zijn gedachten en dat onze gedachten gelijk werden aan de zijne?
Wat is het wat ons zo kan overtuigen en ons op andere gedachten brengt?
Woorden, enkel woorden die zijn voortgekomen uit gedachten.
Al kunnen woorden versterkt worden met beelden die bepaalde emoties oproepen.
Toch kun je wel deze conclusie trekken, alles is voortgekomen uit gedachten.
Gedachten die zijn omgezet in woorden die een ander mens kan lezen en of horen en begrijpen.
De uitgesproken woorden kunnen andere mensen beïnvloeden en op andere gedachten brengen.
Woorden kunnen denkwijzen veranderen.
Woorden kunnen  allerlei emoties oproepen.
Sommigen zeggen wel kennis is macht,  maar die kennis is alleen machtig als je anderen kan overtuigen,  als je hun gedachten kan beïnvloeden.
Want degene die woorden van kennis hoort moet ze aanvaarden als de waarheid omdat de hoorder niet die kennis bezat en hij moet de kennis aanvaardbaar vinden.
Dit geldt ook voor wijsheid, als iemand iets wijs spreekt en de hoorder denkt,  dat is wijs gesproken, betekend dat die wijsheid al in zekere zin bij de hoorder aanwezig was, immers als het niet aanwezig was dan zou degene die de woorden hoort er niets van begrijpen.