dinsdag 16 november 2010

Het verleden


Ooit een deel, een deel van iets.
Verstrooid, verward en onbegrepen.
Genomen en weggeworpen.
Getracht , maar gefaald.
Mijn jonge dagen vervlogen als de wind.
Snakkend naar wat licht in duistere dagen.
Druk weg en vergeet wat achter je ligt.
Wat heeft het toch met mij gedaan?
Ziet een volwassen mens wat er leeft in een kinderhart ?
Gevormd heeft het mij tot wat ik nu ben.
Zal ik dankbaar zijn?
Wetende wat ik nu weet.
Voelende wat ik nu voel.
Wie heeft  ooit gezien wat het met mij deed?
Onschuldig is de schuldige.
Vergeet maar en druk weg.
Ren en kijk niet om.
Een zoon van, een zoon van wie?
Een broer van, een broer van wie?
Ooit een deel, een deel van iets wat ik niet kan benoemen.
Verdwenen in het niets.
Vergeten, maar vergeten doet men niet.
Verloren en gevonden.
Gevonden en weggeworpen.
Maar is er iets om op te eisen?
Het verleden ligt achter ons.
Het verleden liet zijn sporen na.
Wie ziet het?
Wie zag het?
Wie heeft het ooit geweten?
Wie heeft het ooit begrepen?
Ik was, maar ben nu ik.
Net als jij, als wij,  gekend maar niet gekend.
Bestaan, maar als nooit bestaan.
Waar hecht een mens toch waarde aan?
Aan een huis, aan warmte, aan liefde, een veilige plek?
Aan een eigen wereld waarin je overleven kan?
We laten gaan wat allang verdwenen was.
We houden vast wat ongrijpbaar is.
We gaan niet dieper dan de oppervlakte.
We gaan niet verder dan het begin.
Ik spreek in raadsels, maar ontbloot mijn hart.
De naakte waarheid, de bedekte leugen.
Maar ik ben nu ik.
Niets meer en niets minder.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten